Loading...
 

Lucas 4, 16-30

Lucas 4,16-30: Jezus in de synagoge van Nazaret

De tekst

’Bijbel in gewone taal’

(Deze Bijbeltekst komt uit de Bijbel in Gewone Taal, © Nederlands Bijbelgenootschap 2014, p. 1623)

Jezus ging ook naar Nazaret, de stad waar hij opgegroeid was. Op sabbat ging hij zoals altijd naar de synagoge. Toen hij opstond om voor te lezen, gaf een dienaar hem het boek van de profeet Jesaja. Jezus opende het boek en zocht naar het stuk dat hij wilde voorlezen. Hij las: «God heeft mij uitgekozen. Daarom is zijn Geest bij mij. God heeft mij gestuurd om aan arme mensen het goede nieuws te vertellen. En om tegen gevangenen te zeggen dat ze weer vrij zijn. Om blinden te vertellen dat ze weer zullen zien. En om mensen die het moeilijk hebben, te helpen. Ik maak bekend: Er begint een nieuwe tijd.»

Toen deed Jezus het boek dicht. Hij gaf het aan de dienaar terug en ging zitten. Iedereen in de synagoge keek naar hem. En Jezus zei: ‘Wat ik jullie net voorgelezen heb, is vandaag werkelijkheid geworden.’ Alle mensen waren verrast over de bijzondere dingen die Jezus zei. Ze waren onder de indruk en zeiden: ‘Dat is toch de zoon van Jozef?’

Jezus zei: ‘Ik weet zeker dat jullie tegen mij zullen zeggen: ‘Nu moet u ook iets voor ons doen. We hebben gehoord wat u allemaal in Kafarnaüm gedaan hebt. Doe dan ook een wonder in uw eigen stad.’ Maar luister goed naar mijn woorden: Een profeet is nooit welkom in zijn eigen stad.’ Jezus legde dat uit met twee voorbeelden. Hij zei: ‘Luister goed! In de tijd van de profeet Elia waren er veel weduwen in Israël. Het had drieënhalf jaar niet geregend en er was hongersnood in het hele land. Toch ging Elia niet naar een weduwe in Israël. In plaats daarvan stuurde God hem naar een weduwe buiten Israël. Ze woonde in Sarepta, een dorp bij de stad Sidon. En toen Elisa profeet was, waren er in Israël veel mensen met een huidziekte. Toch maakte Elisa hen niet beter. Maar Naäman uit Syrië maakte hij wel beter.’

Toen de mensen in de synagoge de woorden van Jezus hoorden, werden ze kwaad. Ze jaagden Jezus de stad uit. En ze brachten hem naar de rand van de berg waarop hun stad gebouwd was. Ze wilden hem naar beneden gooien. Maar Jezus liep tussen alle mensen door en ging weg.



Dichter bij de tijd

(Bewerking: C. Leterme)

Op een dag kwam Jezus in Nazaret, waar Hij woonde als kind.
Zoals Hij gewoon was, ging Hij op sabbat naar de synagoge.
Tijdens de dienst stond Hij op om voor te lezen uit de Bijbel.
Men gaf Hem de boekrol van de profeet Jesaja.
Hij rolde die open en las voor:

„De Geest van de Heer is over Mij gekomen,
omdat Hij Me gezalfd heeft.
Hij heeft Me gezonden
om aan armen de Blijde Boodschap te brengen,
aan gevangenen hun vrijlating bekend te maken
aan blinden te zeggen dat ze zullen zien,
om verdrukten te laten gaan in vrijheid,
en om een genadejaar af te kondigen van de Heer.”

Daarna rolde Hij het boek dicht,
gaf het terug aan de dienaar en ging zitten.
Iedereen in de synagoge keek Hem aan.
Toen zei Jezus: ‘De woorden uit de Bijbel die jullie zojuist hoorden,
gingen vandaag in vervulling.’

De mensen applaudisseerden en waren verbaasd over zijn woorden.
'Maar dat is toch de zoon van Jozef!' zeiden ze.
Toen zei Jezus: ‘Jullie zullen Me ongetwijfeld zeggen:
Doe ook in de stad waar je vandaan bent wat je in Kafarnaüm deed.’
Wel, Ik zeg jullie:
niemand kan een profeet zijn in de stad waar hij vandaan komt.
Om je de waarheid te zeggen,
er waren veel weduwen in Israël toen de profeet Elia leefde.
Toen regende het drie jaar en zes maanden niet meer,
zodat er een zware hongersnood kwam in het hele land.
Toch werd Elia daar niet naartoe gestuurd,
maar naar een weduwe in Sarepta bij Sidon.
En in de tijd dat de profeet Elisa leefde,
waren er veel melaatsen in Israël.
Toch werd niemand van hen genezen,
behalve Naäman, een man uit Syrië.’

Toen de mensen in de synagoge dat hoorden,
werden ze heel erg kwaad.
Ze sprongen op, sleurden Jezus de stad uit
en dreven Hem tot aan de rand van de berg
waarop hun stad was gebouwd.
Daar wilden ze Hem in de afgrond duwen.
Maar Jezus ging midden tussen hen weg.


Stilstaan bij ...

Nazaret
In de tijd van Jezus was Nazaret een klein dorp in Galilea.

Sabbat
Voor de joden is dit de zevende dag, een dag van rust en gebed. (De sabbat valt op onze zaterdag).
Op sabbat werd in de synagoge een dienst gehouden, die begon met de geloofsbelijdenis en het grote smeekgebed. Dan werd er voorgelezen uit de Tora. Daarop volgde een lezing van een boek van de profeten, met de bedoeling de lezing uit de Tora te verduidelijken. Het onderricht gebeurde zittend, terwijl het voorlezen rechtstaand gebeurde.

Synagoge
(Grieks = plaats van bijeenkomst)
Plaats waar joden bijeenkomen om te bidden en de Bijbel te bestuderen.

Voorlezen
In de synagoge mocht elke volwassen jood uit de Bijbel voorlezen en een aansluitende beschouwing of verklaring houden.

Geest van de Heer
Het Hebreeuwse woord voor ‘geest’ verwijst naar: wind, adem, blazen, inspireren ...
Dat de Geest van de Heer over Jezus kwam, wil zeggen dat Jezus door God geïnspireerd is, begeesterd.

Zalven
Zoals olie een steen doordringt, zo werd Jezus doordrongen door de geest van God.
In het Oude Testament werd iemand gezalfd tot koning, priester of profeet, om aan te duiden dat hij in die functie door de geest van God geïnspireerd was.

Genadejaar
Op de Grote Verzoendag aan het eind van zeven maal zeven jaar, werd op de jobel (= ramshoorn) geblazen om aan te kondigen dat het volgend jaar, het vijftigste, een genadejaar / jubeljaar werd.

Rolde
Ten tijde van Jezus zagen boeken er niet uit zoals nu: een geheel van bladeren die langs beide kanten beschreven zijn, en aan een zijkant aan elkaar vastgemaakt zodat men erin kan bladeren. Een boek was toen een lange strook papyrus of perkament die op een stok was gedraaid. Om een boek te kunnen lezen was het uiteinde van die strook vastgemaakt aan een andere stok. Bij het lezen werd de ‘rol’ aan de ene kant opengedraaid en aan de andere kant opgewonden. Intussen kon men de stroken tekst lezen die erop geschreven waren. Tot op vandaag zien de tora-rollen in een synagoge er nog steeds zo uit.

Jozef
(= Moge God er nog meer aan toevoegen)
Matteüs noemt hem de zoon van Jakob, volgens Lucas was Hij de zoon van Eli.
Jozef was een timmerman.
Behalve in het begin van het evangelie van Matteüs wordt in de evangelies zo goed als niet over Jozef gesproken. Men vermoedt daarom dat hij al overleden was toen Jezus in het publiek optrad.

Kafarnaüm
(= dorp van Nahum, of dorp van troost)
2000 jaar geleden werd het stadje Kafarnaüm aan de noordwestkust van het meer van Galilea, vooral door vissers bewoond. Het was de woonplaats van Jezus en verschillende van zijn leerlingen.

Elia en Elisa
De profeten Elia en Elisa richtten zich naar mensen buiten de grenzen van Israël. Ook Jezus wist zich geroepen om de liefde van God aan de hele wereld kenbaar te maken.

Sarepta
In het Oude testament wordt deze stad 'Sarefat' genoemd. Sarepta was een stad in Fenicië, in de streek waar de Baäl vereerd werd. De Baäl is de Kanaänietische vergoddelijking van de natuur.

Naäman
(= de lieflijke, de aangename)
Legeroverste uit Aram. Hij werd van zijn melaatsheid genezen toen hij zich op raad van de profeet Elisa zeven maal baadde in de Jordaan. Daarop beloofde hij de God van Israël te vereren.
Jezus verwijst naar dit gebeuren om aan te tonen dat God ook hulp verleent aan niet-joden. Lees meer.





Bij de tekst

Inhoud

Lucas beschrijft het eerste publieke optreden van Jezus als de vervulling van de verwachtingen in het Oude Testament, een optreden dat een heel programma inhoudt. Hij presenteert Jezus als een leraar die met gezag tot de mensen spreekt over God en zijn ‘droom’ voor de mensen.



Bij het vertellen aan kinderen

In dit stukje evangelie willen mensen Jezus in een afgrond duwen. Omdat kinderen leven in een wereld die niet onverdeeld enthousiast is voor Jezus, is het voor hen belangrijk te vernemen dat de mensen vroeger ook niet allemaal even enthousiast waren voor Jezus. En wordt het voor hen minder vreemd als ze vernemen dat Jezus veroordeeld werd tot de dood op een kruis.



Invloed op het Nederlands

Geen sant in eigen land.
Verdienstelijke mensen worden op andere plaatsen meer geëerd dan in de eigen omgeving.



Synagogen in Palestina uit de tijd van Jezus

Synagoge in Kafarnaüm
De ruïnes van de synagoge van Kafarnaüm, gelegen op de oever van het Meer van Galilea, zijn waarschijnlijk van een synagoge die gebouwd werd aan het eind van de derde of in de vierde eeuw na Christus.
Onder haar funderingen vonden archeologen basalten muren van een synagoge uit de eerste eeuw na Christus, die zou kunnen gebouwd zijn door een Romeinse honderdman.



Synagoge bij Migdal / Magdala
De resten van deze synagoge werden gevonden bij Migdal, aan de oever van het Meer van Galilea. 'Migdal', in het Aramees 'Magdala', kan de woonplaats van Maria van Magdalena geweest zijn.
Toen de Romeinen Magdala veroverden, werd de synagoge verwoest.
Jezus kon die synagoge gekend hebben, want volgens de onderzoekers is ze uit de periode van de Tweede Tempel (516 voor Christus - 70 na Christus).





Bijbel en kunst

J. TISSOT

Jezus in de synagoge

Tissot

De Franse kunstschilder en graficus James (Jacques Joseph) Tissot (1836 - 1902) maakte bijbelillustraties vanaf 1886.
Om een zo getrouw mogelijk historisch beeld van Jezus in zijn wereld te geven, reisde hij verschillende keren naar het Midden-Oosten om er vertrouwd te raken met het landschap en de mensen die er leefden.





S. KOEDER

Openbaring

De kunstenaar Sieger Köder (3 januari 1925 - 9 februari 2015) stelde op dit brandglas het gebeuren voor in de synagoge van Nazaret:
Jezus leest uit de boekrol van de profeet Jesaja.
Hij is te zien als schaduw die valt op de torarol, die Hij met zijn handen vasthoudt. Zo lijkt de toeschouwer aan de kant te staan van de sprekende Jezus.
Rond de torarol staan figuren die de tekst van Jesaja oproepen: de arme met een lege pot, een gevangene van wie de handen gebonden zijn, mensen met ogen die dicht zijn…
Op dit brandglas kijken ze Jezus aan, en dus ook de toeschouwer.
Krijgt die zo de opdracht om te handelen zoals Jezus?





Suggesties

Kleine kinderen

DOEN

Tekenen en kleuren

Vertel de kinderen over Jezus die uit de Bijbel voorleest in een synagoge.

Jezus is veertig dagen in de woestijn.
Daarna gaat Hij terug naar de streek waar Hij vandaan is.
Iedereen vertelt over Hem.
Hij gaat naar de synagogen,
waar de mensen van zijn volk bijeenkomen om te bidden.
Hij spreekt alsof Hij een meester is.
De mensen zijn heel enthousiast over Hem.
Op een dag komt Hij in Nazaret.
Daar woonde Jezus toen Hij nog een kind was.
Zoals Hij gewoon is, gaat Hij op sabbat naar de synagoge.
Tijdens de dienst staat Hij op om voor te lezen uit de Bijbel.
Men geeft Hem de boekrol van de profeet Jesaja.
Hij rolt die open en leest voor:

'God is bij Mij. Hij heeft Mij gezonden
om aan armen goed nieuws te brengen,
om aan gevangenen te zeggen dat ze vrij zijn
om aan blinden te zeggen dat zij zullen zien
en om verdrukten te laten gaan als vrije mensen'

Dan rolt Jezus het boek dicht,
geeft het terug aan de dienaar en gaat zitten.
Iedereen in de synagoge kijkt naar Hem. Dan zegt Jezus:
‘Wat u zojuist hoorden in de Bijbel, wordt vandaag werkelijkheid.'
De mensen applaudisseren.
Ze zijn verbaasd over zijn woorden.
'Dat is toch de zoon van Jozef?' zeggen ze.
Dan zegt Jezus: ‘Jullie zullen Me vragen:
Doe hier in deze stad wat Je in Kafarnaüm deed.
Maar, niemand kan een profeet zijn in zijn eigen stad.'
En Jezus zegt erbij dat dit ook gebeurde
met twee belangrijke profeten.
Wanneer de mensen in de synagoge dit horen,
worden ze heel erg kwaad.
Ze springen op, sleuren Jezus de stad uit
en duwen Hem tot aan de rand van de berg
waarop hun stad gebouwd is.
Daar willen ze Hem in de afgrond duwen.
Maar Jezus gaat gewoon midden tussen hen weg.



Geef de kinderen daarna deze tekening of deze tekening.
Ze vertellen eerst wat ze erop zien. Daarna tekenen ze de ruimte errond.
Ga rond terwijl de kinderen dit doen.
Vraag hen waar ze zelf op dat moment hadden willen zijn. Ze tekenen zichzelf op die plaats op dit blad.
Daarna kleuren ze alles in.





Grote kinderen

VERDIEPEN

Wie is Jezus?

Vooraf
Kopieer een aantal keer dit blad met zes verschillende voorstellingen van Jezus.


Verloop
Lees de tekst 'Dichter bij de tijd' (zie hoger) voor.
De kinderen beluisteren de tekst en noteren wat ze uit de tekst vernemen over wie Jezus is:
. de zoon van Jozef
. een profeet
. iemand die niet bijzonder opvalt, want Hij kan ongemerkt tussen de mensen weggaan.

Lees de tekst eventueel een tweede keer voor.

De kinderen bekijken het blad met de verschillende voorstellingen van Jezus.
Ze beantwoorden de vragen op het blad eerst voor zichzelf.
Daarna worden alle ideeën bijeengebracht in de groep.
Zo zal opvallen dat iedereen een ander beeld over Jezus heeft en/of dat zelfs de argumenten voor die keuze anders kunnen zijn.


Belangrijk
Probeer niet te komen tot één beeld van Jezus. Dat bestaat immers niet.
Het belang van dit gesprek ligt in de veelheid van de visies en argumenten van anderen waarmee men zijn eigen visie kan verrijken.



Jezus, een profeet

In dit stuk evangelie blijkt Jezus zichzelf te zien als een profeet. Hij vergelijkt zich met de profeten Elia en Elisa, die in hun handelen ook aandacht hadden voor mensen van andere volkeren.

Maar wat is een profeet?
Iemand die een woordvoerder is van God. In wat een profeet zegt, kun je Gods woord horen, in wat een profeet doet, krijg je een inkijk in wat God met de mensen voorheeft.

Geef de kinderen een blad dat ze alleen of per twee gebruiken. In het midden schrijven ze de naam JEZUS.
Links van de naam noteren ze woorden van Jezus die ze,kennen én die aangeven wat God voor de mensen wil.
Rechts van de naam noteren ze handelingen van Jezus waarin ze iets zien van de houding van God tegenover de mensen.

Of maak gebruik van dit werkblad:
Onder de geopende boekrol noteren de kinderen woorden van Jezus.
Onder de handen de handelingen van Jezus.

Breng daarna al deze gedachten bijeen in de groep.
Noteer de meest markante woorden en handelingen op een flap of een bord.



Nadenken over Jezus: vloergesprek

Schrijf het woord Jezus op een groot blad papier en leg het in het midden van de kring. De kinderen schrijven er rond wie Jezus is. Lees dan de volgende tekst voor:

Op een dag komt Jezus in Nazaret. Daar woonde Hij als kind.
Zoals Hij gewoon is, gaat Hij op sabbat naar de synagoge.
Tijdens de dienst staat Hij op om voor te lezen uit de Bijbel.
Men geeft Hem de boekrol van de profeet Jesaja.
Hij rolt die open en leest voor:

'De Geest des Heren is over Mij gekomen,
omdat Hij Mij gezalfd heeft.
Hij heeft Mij gezonden
om aan arme mensen de Blijde Boodschap te brengen,
om aan gevangenen te zeggen dat ze vrij zijn,
om aan blinde mensen te zeggen dat zij zullen zien,
en om verdrukte mensen te laten gaan in vrijheid.'

Dan rolt Jezus het boek dicht,
geeft het terug aan de dienaar en gaat zitten.
Iedereen in de synagoge kijkt naar Hem. Dan zegt Jezus:
‘De woorden uit de Bijbel die jullie zojuist hoorden,
zijn vandaag in vervulling gegaan.’


Laat de kinderen reageren op het verschil tussen wat zij neerschreven en de manier waarop Jezus in deze tekst voorgesteld wordt.



Stilstaan bij de woorden van Jesaja

Jezus zegt dat woorden van Jesaja nu werkelijkheid zullen worden. Als wij volgelingen van Jezus zijn, dan willen wij ook op onze manier dat die woorden werkelijkheid worden. Ga een voor een de zinnen na, en zoek met de kinderen hoe zij dit kunnen realiseren.
aan gevangenen hun vrijlating bekend maken
en aan blinden dat zij zullen zien
om verdrukten te laten gaan in vrijheid

De kinderen kunnen hierbij ingaan op de letterlijke betekenis van de zin. Oudere kinderen kunnen ook ingaan op de figuurlijke betekenis ervan. Bijvoorbeeld:

gevangenen
- mensen in de gevangenis
- mensen die onvrij zijn door b.v. verslaving ...

blinden
- mensen die niet meer kunnen zien
- mensen die 'in de put zitten'


TIP
Schrijf de tekst van Jesaja op een groot vel papier, dat je oprolt. Gebruik deze boekrol bij het brengen van de tekst.



De Goed-nieuws-muur

(geïnspireerd door: Een wereld van verschil, zingevingsmomenten voor -12-jarigen, netwerk voor pastoraal met jongeren, 2004, p. 115)

Materiaal
Flappen papier, schrijfgerei
Een geschikte muur om de flappen op te hangen. Dit kan eventueel ook een raam of een deur zijn.
Die muur is bij voorkeur ook toegankelijk voor wie niet tot de deelnemers behoort.


Verloop
De deelnemers krijgen de kans om een bericht op de 'goed-nieuws-muur' aan te brengen (tekst; gedicht, krantenartikel, tekening, foto...)


BELANGRIJK
Alle 'berichten' gaan over leuk nieuws, veraf en dichtbij. Het kan dus net zo goed gaan over de geboorte van een broertje of een zusje, als over het mooiste lieveheersbeestje, als over een feest in Vietnam.





SPREKEN MET BEELDEN

Beeldmeditatie

Laat de kinderen deze afbeelding zien.
Maak gebruik van de vragen op het blad om naar het 'beeld' te kijken.

Of gebruik deze afbeelding in zwart-wit.
Sta met de kinderen stil bij wie en wat er te zien is.
- Wat doet die persoon?
- Waarom zou die zo gekleed zijn?


Op beide afbeeldingen leest Jezus voor uit een bijbelrol.
Tot op vandaag wordt in de synagoge uit zo'n boekrol voorgelezen. Vroeger werden stukken perkament of papyrus aaneen gelijmd tot ze een lange strook vormden. Op dat perkament werd dan de tekst in kolommen met een ganzenveder opgeschreven. Dit perkament werd opgerold op twee stokken. Bij het lezen rolt de ene hand de rol af, terwijl de andere hand de rol oprolt.
Jezus draagt over zijn hoofd een gebedsmantel. Joodse jongens krijgen zo'n mantel voor het eerst met hun bar mitswa (een feestelijke gebeurtenis in hun leven die plaatsvindt als ze twaalf jaar geworden zijn en ze in de synagoge luidop een tekst uit de Bijbel voorlezen.)





Overwegingen

Agnes Lameire

Vandaag! (2019)

Vandaag houdt Jezus de homilie en Hij doet dat in de synagoge van Nazaret, zijn vaderstad. Ieder dorp had zijn synagoge en overal was die gebouwd op de hoogst gelegen plek van het dorpscentrum want, zo leerden de rabbijnen: niemand mag wonen boven het woord van God.
Jezus was vertrouwd met die synagoge. Als knaap leerde Hij hier de bijbelrollen lezen en hoorde hij de grote verhalen van zijn volk. Hier had Hij op sabbat de gebedsdienst gevolgd na de inleidende oproep: Sjema Israël, ‘Luister Israël’. Daarna volgden altijd zeven lezingen. De eerste zes waren vast bepaald en kwamen uit de Thora, het grote boek van de wet, de zevende werd door de voorlezer vrij gekozen en uitgelegd, en die kwam uit de Profeten. Elke volwassen Jood mocht zich hiervoor opgeven en dat gebeurde vooraf en in overleg met de overste van de synagoge. Vandaag horen we hoe Jezus die zevende lezing voor zijn rekening neemt en, zoals afgesproken, wordt Hem de Jesajarol aangereikt. Hij draait de boekrol door … en vindt wat Hij zoekt en heeft voorbereid: De Geest des Heren is over Mij gekomen. Hij heeft mij gezalfd.
Vroeger werden koningen gezalfd zoals dat ook was gebeurd met David, de herdersjongen en sinds die dag was Gods Geest vaardig over hem lezen we in de Bijbel. En nu staat Jezus daar, zoon van de timmerman, zoon van David, Zoon van God. Hij leest woorden die de profeet Jesaja 600 jaar eerder had neergeschreven. Het volk leefde toen in ballingschap, weg van land en huis onder vreemd bewind in het verre Babylonië. ‘God zal jullie thuisbrengen’ is de boodschap van de profeet en in gedachten laat hij dat goede nieuws door een heraut omroepen.
Vandaag is Jezus de heraut van Godswege: blinden zullen zien, gevangenen worden verlost en verdrukten wordt vrijheid aangekondigd. Jezus BRENGT niet alleen goed nieuws, Hij IS goed nieuws. Hij is gezonden om aan armen de Blijde Boodschap te brengen. Zij waren het kleine grut, slachtoffers van het geldende denkpatroon van die tijd, verstoken van het recht zich tot Gods volk te rekenen, ongeschikt verklaard voor het komende Rijk van God. Maar Jezus denkt en doet anders dan de godsdienstige leiders van zijn tijd. Hij proclameert een Godsrijk dat geen exclusief domein is voor alleen maar supergerechtigen. Hij neemt het op voor mensen voor wie niemand het ooit heeft opgenomen: vrouwen, kinderen, zondaars, zieken, hoeren, gehandicapten en tollenaars. In hen ziet Jezus geen ongeschikten maar wel gevangen, geslagen, verdrukte en uitgestoten mensen. Blinden laat Hij zien, doven weer horen en aan verdorde handen en gekromde ruggen geeft Hij nieuwe levenskracht. Kleine mensen richt Hij op en kent hen het recht toe onder Gods ogen te komen en zich vrije mensen te weten.
Het woord dat ge zojuist hebt gehoord, is vandaag in vervulling gegaan leest Jezus uit de boekrol voor. VANDAAG zegt Hij. Profeten hadden de tijd in tweeën gesplitst: deze tijd en de komende tijd. Jezus preekt een nieuwe tijd en die tijd noemt Hij VANDAAG.





Paul Kevers

Jezus in de synagoge van Nazaret

(P. KEVERS in Samuel plus, uitgeverij Averbode, 2007 nr 6)

Dit verhaal gaat over het eerste publieke optreden van Jezus, na zijn doop en zijn bekoring in de woestijn. Zoals elke vrome jood gaat Jezus op sabbat naar de synagoge van zijn stad. In de gebedsdienst wordt voorgelezen uit de Schrift: eerst uit de Tora, vervolgens uit de Profeten. De tweede lezing wordt gewoonlijk voorgelezen door een van de aanwezigen. Deze keer krijgt Jezus de boekrol aangereikt. Hij leest voor uit het boek Jesaja. Hij leest over de profeet die gezalfd wordt door Gods Geest om dienaar van de armen te worden. Daarna houdt Jezus een korte toespraak: 'Het Schriftwoord dat u zojuist gehoord hebt, gaat vandaag in vervulling.'
Lucas heeft dit verhaal voorop geplaatst in zijn beschrijving van het publieke leven van Jezus. Dat is bijzonder betekenisvol. Lucas stelt ons Jezus voor als een profeet die zijn inspiratie vindt in de Schrift. Jezus beschouwt de voorgelezen tekst van Jesaja als zijn levensprogramma. In de kracht van de Geest zal Jezus de goede boodschap brengen aan de armen. Hij zal blinden doen zien, verdrukten bevrijden, een genadejaar van de Heer afkondigen. Dat woord gaat vandaag in vervulling. Het rijk Gods is geen zaak voor de verre toekomst. Hier en nu gaat het gebeuren.





Marc Gallant, trappist (Orval)

Overweging (2016)

Terwijl Matteüs Jezus presenteert als een rondreizende rabbi, toont Lucas hem liever als iemand die de gewoonte heeft om op sabbat naar de synagoge te gaan. Iets wat Paulus later ook zal doen. Lucas neemt echter afstand wanneer hij spreekt van "hun" synagogen” (v. 15). Als hij schrijft rond 85-90, is de breuk met het jodendom voltrokken en verbieden de joodse overheden dat christenen prediken in “hun synagogen”.
In de liturgie van de sabbat stonden twee lezingen centraal. De eerste, genomen uit de Wet, de Pentateuch, werd gelezen en becommentarieerd door een leraar van de Wet. De tweede lezing, uit de profeten, mocht voorgelezen worden en gecommentarieerd door iedereen die ten minste dertig jaar oud was. Jezus, dertig jaar oud, staat recht om de tweede lezing op zich te nemen. Het is voor Hem de gelegenheid om aan de medeburgers van Nazaret zijn actieprogramma uit te leggen. Hij doet het met een tekst van Jesaja die Hij samenvat in één zin: ‘Vandaag is het Schriftwoord dat u gehoord hebt in vervulling gegaan’ (v. 21). Voor Jezus is de liturgie van het Woord de verkondiging van de vervulling van het plan van de Vader in ons leven van vandaag. We overwegen er geen vervlogen verleden, we dromen er niet van een buitengewone toekomst, maar we beleven er het ’nu’ als de bevoorrechte plaats van de ontmoeting met de Heer. Zeggen dat het Woord Gods zich voltrekt, is zoveel als zeggen dat de mensheid vandaag God vervoegt in Jezus Christus. De apostelen hebben vervolgens deze homiletische trant van Jezus overgenomen (Handelingen 13, 14.42; 16, 15-17; 17, 1-3; 18, 4).
Jezus lijkt met opzet de lezing van de profetie van Jesaja te beëindigen met de aankondiging van ‘een jaar van genade.’ Hij slaat het vers over dat het oordeel van de volken aankondigt (Jesaja 61, 2), om uitsluitend de nadruk te leggen op de genade van God. Deze woorden zullen verbazen (v. 22) en leiden tot de incidenten die we volgende zondag zullen vernemen (v. 25-30). Het idee dat zijn missie erin bestaat uit genade en niet uit veroordeling, wordt nog versterkt doordat Jezus (of Lucas) in het citaat uit Jesaja 61, 1-2 een vers toevoegt uit Jesaja 58,6 over de vrijheid die de gevangenen aangeboden wordt.
Jezus definieert zo zijn zending van meet af aan als een proclamatie van de gratuïte liefde van God voor ieder mens. Zo'n openbaring kon alleen maar schandalig overkomen voor de joden die wachtten op een voor hen gereserveerde komst van de Messias, en dat met een ijver geïnspireerd door hun afkeer voor de heidenen.
De openheid van hart en geest zijn van meet af eigen aan de boodschap van Jezus.